Ik ben dol op gouwe ouwe en mijn oma’s kookboekje “Kort en bondig” kookboekje” is er ook zo eentje. Volgens mij kreeg ze het op de huishoudschool, want hij valt letterlijk uit elkaar en voorin het boekje staat het jaartal 1942. Daarmee is dit boekje bijna 80 jaar oud! Het was destijds dé handleiding voor koken, bakken, braden en inmaken. En kerstrecepten mochten daarin niet ontbreken. Vandaag deel ik zes feestelijke kerstrecepten en oud & nieuwrecepten die je ook nog vandaag de dag kan gebruiken!
Oh, en als een disclaimer: het kan zijn dat je spelfoutjes ziet in de recepten. Ik heb ze één-op-één overgenomen, inclusief oude spelling. Dat vind ik juist de charme van dit boekje. Daarnaast zijn ze een beetje vaag over temperaturen. Ik zou daarvoor inspiratie opdoen bij hedendaagse recepten.
Banketletter
Een banketletter mag niet ontbreken in de feestperiode! Nou gaat dit om een bewerkelijk recept, waarbij je zelf het bladerdeeg maakt (en het recept daarvoor staat elders in “Kort en bondig” kookboekje). Maar je kunt natuurlijk ook kant-en-klaar bladerdeeg kopen. Er staat in het recept niet hoe je het spijs maakt, maar ik ga ervan uit dat je daarvoor alle ingrediënten moet blenden en de boel moet laten opstijven in de koelkast.
Banketletter
Ingrediënten
- 200 gram bloem
- 200 gram boter
- 1 1/2 dl water
- iets zout
- 200 gram amandelen
- 200 gram suiker
- 1 1/2 ei
- geraspte citroenschil of citroenolie
Instructies
- Bladerdeeg maken en dit rollen tot een lap van ± 1/2 cm dikte. Deze verdelen in repen van ± 15 cm breedte en ± 40 cm lengte. Hierop stevige rolletjes van het vulsel leggen, het deeg langs 3 kanten bestrijken met iets water en de lap deeg om de vulling heen vouwen.
- Deze daarna onderst boven in het model van de gewenste etter op het met bloem bestrooide bakblik leggen. De bovenkant bestrijken met iets ei. De letters in een hete oven, welke de eerste 10 min. niet geopend mag worden, bruin en gaar bakken.
Zachte borstplaat
Ik ken borstplaat echt alleen maar in combinatie met ouderwetse sinterklaasliedjes. Ze klinken echt als lekker én fout. Zoek je de vormen, dan kun je koekjesvormpjes gebruiken zoals deze hartvormige exemplaren.
Zachte borstplaat
Ingrediënten
- 150 gram witte suiker
- 50 gram basterdsuiker
- ± 1 1/2 dl melk
- 1 el cacao
- iets koffie-extract of een paar druppels essence
Instructies
- De suiker eerst heel langzaam laten oplossen in het vocht. Daarna het stroopje hard doorkoken tot een druppel van de lepel vallend een draad trekt. De massa afzetten goed doorkloppen, tot ze dof en dik begint te worden. Dan onmiddelijk uitgieten in de ingeboterde of natgemaakte ringen, welke op een beboterd stuk papier zijn gezet.
Bij gebruik van cacao moet deze direct toegevoegd worden. Bij gebruik van koffie-extract neemt men iets minder melk/ Essence wordt pas toegevoegd wanneer de massa al enigzins is afgekoeld. Zeer weinig essence gebruiken.
Dikke speculaas
Ik ben zo’n trutje die speculaas echt pas vanaf de sinterklaasintocht. En er gaat niets boven de geur van versgebakken speculaas die je huis vult! Ik vond online een Sinterklaaspopvorm, maar check ook zeker de kringloop of misschien wel jouw oma!
Dikke speculaas
Ingrediënten
- 225 gram bloem
- 75 gram boter
- 20 gram amandelen
- 2 theelepels speculaaskruiden
- 10 gram sucade
- 1 1/2 eetlepel melk
- 150 gram bruine basterd suiker
Instructies
- Suiker oplossen in de melk. Sucade en amandelen fijn hakken en toevoegen. Boter, gezeefde bloem en kruiden erdoor kneden. De massa dik uitstrijken op een beboterd bakblik of in een speculaasplank drukken en in een matig warme oven niet al te gaar bakken.
Kerstkrans
Eigenlijk is dit niet een recept op zich, maar meer een suggestie. Het kookboekje vertelt dat je de krans kunt versieren: ‘Kerstkrans geheel behandelen als banketletter, doch rond maken. Bestrijken met glazuur en versieren met Franse vruchtjes.’
Spekdikken (Nieuwjaarskoeken in Oostelijk Groningen)
Ik had echt nog nooit van spekdikken gehoord maar ik kom dan ook niet uit het noorden. In eerste instantie klinkt het als een gek recept, maar spekpannenkoeken smakken ook lekker dus ik snap hem wel. Ikzelf heb geen wafel- of kniepertjesijzer maar ik denk dat je ze ook wel als pannenkoekjes kunt bakken.
Spekdikken (Nieuwjaarskoeken in Oostelijk Groningen)
Equipment
- wafelijzer of kniepertjesijzer
Ingrediënten
- 500 gram roggemeel
- 750 gram gerste- of tarwebloem
- 3 eieren
- 25 gram zout
- 250 gram bruine suiker
- 12 gram stroop
- 30 gram anijs
- ± 200 gram rookspek
- 200 gram rookworst
- 1 l water
Instructies
- Alle ingrediënten, behalve het spek en de worst, vermengen, aanmengen met het water tot een dik beslag. Op het hete wafel- of knijpertjesijzer een paar plakjes spek en worst leggen, hierop beslag, bovenop weer worst en spek. Het ijzer dicht slaan, de koek op zacht vuur gaar bakken.
Oliebollen
En wat is een blog over feestrecepten zonder oliebollen? Ik kan me nog goed de old skool frituurpan herinneren die mijn oma gebruikte. Ja, zo’n ding wat echt op het fornuis staat. Hij was rond zwart en had een frituurnetje met hendels die je, heel handig, op de handvatten kon zetten om de boel uit te laten lekken. En in plaats van een thermometer gebruikte je een stukje brood of een houten spatel om te zien of de olie heet genoeg was. Borrelde het, dan was je ready to go!
Oliebollen
Ingrediënten
- 350 g bloem
- 150 g boekweitmeel of 500 gram tarwebloem
- ± 5 dl melk
- 2 eieren
- iets zout
- 50 g gist
- 100 g krenten
- 100 g rozijnen
- 50 g sucade of gesnipperde zure appelen
- boterolie of met roggebrood uitgebakken raapolie
Instructies
- Een gistbeslag maken als voor drie in de pan. Dit ± 3/4 uur laten rijzen. Ondertussen de olie heet maken. Daarna met 2 lepels kleine ballen in de olie laten glijden en deze niet te vlug gaar en bruin bakken. De oliebollen bestrooien met suiker of poedersuiker.
Welke recepten ga jij maken? Als je wilt kun je ze ook printen, dan heb je ze bij de hand als je aan de slag gaat. Ik ben benieuwd naar jullie baksels, tag me op Insta met het resultaat! Oh, en je kunt door de derde druk (die van oma is de vierde druk) van dit boekje bladeren via archiefwebsite Delpher!
Liefs, José